Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Wanneer de tussentijd eindigt weet niemand

NRC Handelsblad
April 9th, 2020

Vorig najaar werd me quarantaine in een lokaal ziekenhuis opgelegd, vanwege een tuberculosebacil die ik ooit, ergens – dit was pre-traceringsapps – had opgelopen. Bij al het medische ongemak en mondkapjesgedoe ontregelde het open tijdsperspectief mij nog het meest. Hoelang moest ik blijven? Zeker twee à drie weken, zeiden de dokters na binnenkomst, „maar vorig jaar hadden we iemand voor vijf maanden”. Oké.

Eerst verwacht je („ik ben nooit ziek”), dan hoop je („wie weet heb ik geluk”) dat het snel voorbij zal zijn. Toen die hoop ijdel bleek, en nog eens, werd nieuwe teleurstelling vermijden even belangrijk als hoop houden. Verwachtingsmanagement in kamer 283. Na acht weken quarantaine, begin november, kon mijn dokter nog niet beloven dat ik met Kerst thuis zou zijn. Uiteindelijk lag de vijand een week later in de touwen en kreeg ik toch nog onverwacht mijn ontslagbrief.

Geduld was het adagium. Niet het aftelgeduld van de gevangene die, hoe zwaar het vonnis en hoe nauw de cel ook, elke dag een streepje richting uitgang kan zetten. Maar het speciale soort dat momenteel van ons gezamenlijk wordt gevraagd: open geduld, waarin we het beste maken van de tijd nu.

Stapje voor stapje stelt de regering onze hoop over de duur van de lockdown bij

De corona-crisis raakt de twee fundamentele categorieën van de menselijke ervaring: ruimte en tijd. Zoals premier Rutte ons deze week kalm voorbereidde op de „anderhalvemetersamenleving”, waarin we voldoende afstand houden van elkaar, zo ook gaan we naar een „opengeduldsamenleving”, waarin we leven met vrijheidsbeperkingen zonder einddatum.

Qua ruimte slaagt de politiek er frappant goed in ons gedrag te veranderen, dankzij een samenspel van zelfdiscipline, groepsdruk en de arm van de wet. Nog vorige maand adviseerden Britse experts tegen een lockdown omdat het publiek de maatregelen niet zou volhouden (alvorens terug te schrikken voor het dodental bij nietsdoen). Die notie van ‘behavioural fatigue’ is door wereldwijd lege winkelstraten en snelwegen weerlegd. In hun op calculerende individualisten ingestelde modellen hadden de Britse RIVM-collega’s gerekend buiten de kracht van moreel appel en burgerzin in tijden van nood.

Tijdsmanagement is moeilijker maar ook dat lukt. Stapje voor stapje stelt de politieke leiding onze verwachtingen over de duur van de lockdown bij. In Nederland: maatregelen tot 28 april, te herbezien de week ervoor, geen evenementen tot minstens 1 juni. Het kabinet mag graag de eigen gissingen en onzekerheden blijven delen, opdat we niet het gevoel krijgen door alwetende bazen als kuddedieren te worden gedresseerd. Verstandig dus dat de premier ons deze week alvast meegaf dat het „een zaak van lange adem” wordt en geen snelle terugkeer naar de wereld van voorheen.

Of begint met de corona-crisis een nieuw tijdperk? Voortvarend sprak New York Times-columnist Thomas Friedman vorige maand van een historische breuk tussen de wereld BC en AC: Before Corona en After Corona – een geestige variant op het Engelse BC en AD uiteraard, Before Christ en Anno Domini. Covid-19 als het nieuwe jaar nul.

Zijn collega Ross Douthat kwam met een verfijndere tijdsindeling, in drieën: tussen de acute noodtoestand, nu, en de wereld van na corona ligt een tussentijd van ‘semi-normaliteit’. Dat is de wereld waar we heen moeten, van half-bezette restaurants, bedrijven aan het infuus, even en oneven schooldagen, met maatregelen afgebouwd en weer bijgeplust naarmate Covid-19 toch lokaal uitbreekt.

Deze periode duurt wellicht tot diep in 2021, tot een verlossend vaccin beschikbaar is – en ons geduld beloont. Laten we ook van deze tussentijd het beste maken.