Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Spreken op de drempel van het jaar: wereldleiders en hun nieuwjaarstoespraken

NRC Handelsblad
January 2nd, 2020

In Nederland, België en Groot-Brittannië krijgt het volk een kerstboodschap van de vorst; rond de nationale kerstboom dringen tijdloze thema’s als verbinding en geluk zich op. In republieken als Frankrijk of Duitsland komt het woord van boven een weekje later, met de nieuwjaarsboodschap van president of premier.

Dit drempelgenre nodigt uit tot terug- en vooruitblik en vraagt om een positionering in de tijd. Waar komen we als samenleving vandaan, waar gaan we naartoe? Met miljoenen burgers voor de televisie in afwachting van de klok van twaalf, biedt het leiders een goede kans om verleden, heden en toekomst van hun land retorisch te verbinden. Het is de kern van hun vak.

Ik heb de filmpjes van vijf leiders teruggekeken. Onthullende verschillen in tijdsbesef zie je al bij een simpele vraag: begint met 2020 een jaar of een decennium? Voor de Amerikaan Trump is het louter een jaar, dat van zijn herverkiezing. Alles erna valt buiten zijn blikveld. Op Oudjaarsavond, net voor een galadiner thuis in Mar-a-Lago, stond de president in black tie kort de pers te woord. Hij voorspelde in twee zinnen een geweldig jaar voor „groei, banen en de rest”, en toen gingen de wensen al over in een persconferentie over Irak, e-sigaretten en impeachment, terwijl Melania Trump haar ongeduld met een modellenglimlach maskeerde. Met geen woord kreeg het Amerikaanse publiek een kompas in de tijd.

In klassieke nieuwjaarsredes vanaf hun werkplek vermeldden de leiders in Parijs, Berlijn en Moskou het nieuwe decennium wel. „De twintiger jaren kunnen goede jaren worden”, aldus kanselier Merkel, terwijl president Macron opriep de komende tien jaar „Frans en Europees” te maken. Hun collega Poetin, in winterjas op een Kremlinbalkon, had het over het „derde decennium van de 21ste eeuw” en trok, met die eeuw erbij, de tijdshorizon voor de Russen dus nog verder open.

Anders ging het bij Xi vanuit Beijing: het nieuwe decennium boeide hem niet, hij spant de tijd tussen de enkele jaren en het tijdvak sinds de revolutie, richting eeuwfeest 2049. Het jaar is de teleenheid om een sociaal-economisch programma af te werken; „vorig jaar hebben we met zijn allen bijna 100 biljoen yuan verdiend” en „meer aan afvalscheiding gedaan”, kregen de Chinezen van Xi te horen, die ook de 70ste revolutieviering en de Chinese maanlanding vermeldde.

De enscenering vertelde nog een verhaal. Terwijl Merkel achter een kaal bureau zat met een bloemstuk, de Duitse en Europese vlag en uitzicht op de Bondsdag, zag je in Xi’s bureau behalve een Mao-foto, boeken, telefoons en potloden ook prominent een prent van de Chinese Muur. Zo kwam het roemrijke verleden van het Keizerrijk, in woord onbenoemd, alsnog binnen via het beeld. De onlusten in Hongkong brachten de Chinese president tot een kleine geschiedfilosofie: „De menselijke geschiedenis is als een rivier die steeds voortstroomt, met vreedzame momenten en grote woelingen. Wij zijn niet bang voor stormen, gevaren en obstakels.” Sprekend Mao, de grote roerganger.

Ook Emmanuel Macron sloeg welgemikt de brug tussen verleden en toekomst. Hij benutte de tv-toespraak voor een ferme boodschap aan de Franse pensioenstakers: ik zal niet zwichten. Maar als man van hervorming en transformatie, strijder tegen ‘immobilisme’, heeft Macron een eigen tijdsopdracht: niet alle continuïteit verliezen, en nationale identiteit waarborgen. Hier vond hij houvast bij de dramatische brand van de Notre-Dame in Parijs, in nationale inspanning te herbouwen „voor de komende duizend jaar”.