Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Poetin verliest greep op de Russische achtertuin

NRC Handelsblad
November 18th, 2020

Terwijl we nog druk waren met het blauw of rood op de electorale kaart van Pennsylvania, Wisconsin en Michigan – en de gevolgen voor Amerika’s rol in de wereld en in Europa –, werd dichter bij huis de echte landkaart hertekend.

Op de Kaukasus leed Armenië een smadelijke militaire nederlaag tegen buur Azerbeidzjan. De goed bewapende Azerbeidzjanen vielen eind september aan en heroverden, mede dankzij Turkse steun, in zes weken de enclave Nagorno-Karabach. Pas na een maand, toen ook de lokale hoofdstad bijna was gevallen, schoot Moskou in actie en kwam een staakt-het-vuren tussen beide partijen tot stand. Daarbij doet Armenië onmiddellijk afstand van grote delen van Karabach – hetgeen leidde tot de emotionele tv-beelden van nog eenmaal in hun klooster biddende Armeense monniken en van burgers die hun huis in brand staken voor vertrek naar het moederland.

Achter de acute vernedering van Armenië ligt een verlies voor Rusland met wijder strekkende gevolgen. Zeker, president Poetin deed zijn gezag als regionaal scheidsrechter gelden en zal 2.000 Russische vredestroepen in Azerbeidzjan stationeren. Toch zullen twee zaken hem grote zorgen baren.

Lees ook:De achtertuin van Rusland en Turkije is ook de onze
Ten eerste moet Rusland nu Turkije dulden als rivaal in een regio die het vanouds als geopolitieke achtertuin beschouwt. Ruslands militaire bondgenoot Armenië werd in de pan gehakt, terwijl de Azeri-broeders van Turkije wonnen. Na de zege poseerden de Azeri en Turkse defensieministers met gebalde vuist. President Erdogan, die afgelopen jaren moest toezien hoe Poetin zich mengde in ‘zijn’ Arabisch-Ottomaanse achtertuinen Syrië en Libië, slaat zo terug. Ook Turkije zou graag ‘vredestroepen’ naar de hoogvlakte zenden.

Ten tweede – en zeker zo zorgwekkend voor Poetin – deinst Azerbeidzjan niet terug voor Ruslands militaire overmacht. De stabiliteit in de Kaukasus rust op de afschrikwekkende werking van ’s werelds tweede kernmacht. Maar wat zei winnend president Aliyev 9 november? „Het volk van Azerbeidzjan kreeg keer op keer van internationale bemiddelaars te horen dat er ‘geen militaire oplossing’ is voor dit conflict. Ik zei steeds het daarmee oneens te zijn, en ik had gelijk. Ik had gelijk!”

De vraag is waarom Moskou de Azeri-opmars niet meteen de pas afsneed. Mogelijk wilde Poetin de hervormingsgezinde Armeense premier Pashinyan laten bungelen; deze kwam in 2018 tegen de zin van het Kremlin aan de macht in wat een burgeropstand naar Oekraïens model leek. Waarschijnlijker, aldus een subtiele Bloomberg-analist, is dat de president in dit meerduidige conflict niet té opzichtig partij kon kiezen: de relaties met het welvarende, olierijke Azerbeidjan zijn ook wat waard. Ook vermijdt Poetin liever geweld tussen de Armeense en Azeri-gemeenschappen in Rusland (elk zo’n twee miljoen man sterk). Hoe dan ook: Aliyev zag zijn kans schoon en concludeert: geweld loont.

Dit voorspelt weinig goeds, aangezien Nagorno-Karabach niet het enige bevroren conflict in de post-Sovjet-ruimte is. Minstens drie ex-Sovjetrepublieken hebben te maken met afvallige regio’s, geregeerd door pro-Russische rebellen: Moldavië, Georgië en Oekraïne. Zonder twijfel keken deze staten met interesse toe hoe Azerbeidzjan, ondanks Russische overmacht, een gebiedsschending rechtzette: jezelf bewapenen, een sterke bondgenoot zoeken, het juiste moment afwachten.

Wanneer een imperiale macht de greep op buitengebieden kwijtraakt, kan van alles gebeuren. Dertig jaar geleden verloor de Sovjet-Unie het westelijke deel van haar imperium, in wat wij vierden als het einde van de Koude Oorlog. Er volgden geweldloze, min of meer geslaagde transities van onder meer de DDR, Polen, Tsjechoslowakije en Roemenië naar ‘Europa’. Maar ook een gitzwart decennium etnische burgeroorlogen in voormalig Joegoslavië, met zeker 130.000 doden en miljoenen vluchtelingen tot gevolg. Meer ruimte voor nationale of democratische zelfbeschikking werkt bevrijdend, maar is geen recept voor stabiliteit en vrede. Ook West-Europa kan het nog gaan voelen.

Aangemoedigd door het militaire succes op de Kaukasus doet Turkije alweer een volgende zet: afgelopen zondag bezocht president Erdogan Noord-Cyprus (frozen conflict sinds de Turkse inval van 1974) en pleitte voor een tweestaten-oplossing: directe claim op EU-grondgebied. Tijdens de oorlog om Nagorno-Karabach braken vorige maand rellen uit in Franse binnensteden tussen Turkse en Armeense gemeenschappen: import van etnisch geweld. Wie weet welke krachten nog meer onder het ijs van de Pax Sovietica vandaan zullen komen.