Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Pas op voor revolutie van groene garde

NRC Handelsblad
December 20th, 2019

Na de mislukte VN-klimaattop in Madrid heerste teleurstelling. Aangegane verplichtingen volstaan niet om de opwarming van de aarde terug te dringen. Het ongeruste publiek wordt gesust met de hoop dat het volgend jaar, in Glasgow, beter gaat. Voor klimaatactivisten in apocalyptische stemming – „alles moet anders, de afgrond dreigt” – is het verleidelijk de schuld bij de kortzichtigheid van de politiek te leggen. Dat helpt hun zaak niet.

De NRC-verslaggever meldde dat het in Madrid niet over klimaat ging maar over geld, anders „had de top niet zo lang hoeven duren”, want over het klimaatgevaar waren allen het eens. Een merkwaardige observatie. Dat is net het verschil tussen een wetenschappelijk seminar en een politieke onderhandeling. Politiek draait om de vertaling van ideeën en inzichten in besluiten; een vak met eigen wetmatigheden.

Als wetenschappers een aidsmedicijn ontwikkelen, is de ziekte niet de volgende dag de wereld uit. De sprong van inzicht naar aanpak is nog groter bij een de hele mensheid rakende kwestie als klimaat. Klimaaticoon Greta Thunberg riep wereldleiders meermaals op om kennis te nemen van de wetenschappelijke feiten. Daar is alle reden toe, maar het is onverstandig dé wetenschap met haar waarheid te plaatsen tegenover dé politiek en haar domme politici. Wie graag klimaatactie ziet, moet Thunbergs oproep aanvullen: luister ook naar de wetenschappen met verstand van maatschappelijke verandering, weerstanden, traagheden en doorbraken.

Dankzij ruimtefoto’s van de ‘blauwe planeet’ lijkt het zo simpel: ja, de mensheid woont in één huis, natuurlijk moeten we het redden. Maar als je weer op aarde landt, begint het gedonder: wie besluit en wie betaalt, wie wil en wie niet, wie verandert mee en wie ontsnapt aan de drang?

In Die Zeit analyseerde socioloog Armin Nassehi waarom juist moderne samenlevingen moeite hebben de klimaatcrisis te bestrijden. Hij kenschetst de moderniteit als proces van „differentiatie”: het verdwijnen van elk alomvattend perspectief, van één principe dat alle verhoudingen ordent (zoals de godsdienst in Europa voor 1500 deed). Deze moderne versplintering vindt zowel tussen als binnen domeinen plaats; denk aan machtenscheiding in de politiek, marktwerking in de economie, botsende normen in het recht of parallelle logica’s in de wetenschap.

Klimaat stelt de mensheid voor een alomvattend probleem, terwijl het handvat voor een alomvattende oplossing ontbreekt. Nassehi: „De harde eis dat ‘alles’ fundamenteel moet veranderen en wel ‘nu meteen’, beweegt zich sociaalwetenschappelijk gezien op hetzelfde niveau als de ontkenning van antropogene klimaatverandering met een beroep op het weer.”

Vanwege frustratie om democratische traagheid lonken sommige klimaatradicalen naar Xi’s China: weliswaar ’s werelds grootste CO2-vervuiler, maar zodra de sterke man aan de knop draait, zo is de gedachte, komt het in één keer goed. Een dure vergissing. Als klimaatredders doen dictaturen het niet beter dan democratieën. Integendeel. De milieucatastrofes in de Sovjet-Unie – van Tsjernobyl tot Aralmeer – herinneren eraan. Ook Beijing zette zich pas aan het groene werk toen de klachten van de bevolking over onleefbare luchtvervuiling – kuchende peuters, stervende baby’s – tot de leiding doordrongen, ondanks de repressie.

De prijs van onze moderne vrijheid is dat de planeet niet kan worden gered tegen parlementaire meerderheden, economisch markt-functioneren en individuele rechten in. Ik ben daar blij om. De opdracht is krachten en belangen in al die domeinen te laten bewegen naar een schonere planeet. Graag met democratische overtuigingskracht, niet met een revolutionaire groene garde.