Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Ons ruwe nee stuit op breuk in Duitse denken

NRC Handelsblad
May 22nd, 2020

Angela Merkel bouwt aan een brug om in Europa de kloof tussen Noord en Zuid te overspannen. Bezorgd ziet de bondskanselier hoe de corona-crisis in Italië en Spanje leidt tot diepe teleurstelling en anti-Europees en anti-Duits sentiment. Ze leest dagelijks rapporten over hoe Covid-19 het Duitse hart van de eurozone en de mediterrane periferie economisch steeds verder uiteendrijft. Noordelijke landen hebben veel meer reserves om bedrijven en banen overeind te houden dan zuidelijke. Deze gevaarlijke spanningen bedwingen is een daad van Europees staatsmanschap.

Concreet presenteerde de bondskanselier maandag met president Macron – zij uit Berlijn, hij uit Parijs – een plan voor een corona-steunfonds van 500 miljard euro. Terwijl Macron dik tevreden kon zijn, deed Merkel een grote, verrassende concessie: ze opent de deur voor (flinke) schulduitgifte door de Commissie. Dit mag alleen in deze crisissituatie, maar ze breekt zo met hét leerstuk uit het Duitse euro-denken: geen gemeenschappelijke schulduitgifte. De nieuwe corona-schuld moet, anders dan het noodfonds uit de eurocrisis, worden gedekt door de EU-begroting en dus uiteindelijk door de wil van de lidstaten om als Unie door te gaan. Twee weken nadat het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe er met een venijnig arrest twijfel over zaaide, herbevestigt Merkel zo de gehechtheid van haar land aan de euro.

Als hier een brug tussen Noord en Zuid wordt gebouwd, hoe kan Rutte die dan oversteken? Het begint met het begrijpen van de zet van Merkel. Door corona laait een debat over Europese solidariteit op. Tot deze week kon Den Haag denken: wij zeggen enkel hardop – en oké: iets te bot – wat Berlijn in stilte ook vindt: niet zomaar met geld smijten. Voor de ruwe nee’s van Rutte en Hoekstra bestond in Berlijn steun; handig als iemand anders het zegt. Maar intussen verschoven de linies, in Europa en in Duitsland. De status quo is niet houdbaar. Merkel erkent dit en verwierf met haar sterke management van de Covid-19-crisis thuis politiek krediet dat ze nu Europees inzet.

Om drie redenen had dit Den Haag niet mogen verrassen.

Eén: elke Duitse kanselier voelt zich in crisistijd verantwoordelijk voor de Unie als geheel. Net als haar voorgangers Adenauer of Kohl zoekt Merkel dan eerst een akkoord met de Franse president.

Twee: in de eurocrisis (2010-12) botste een noordelijk verhaal over eigen verantwoordelijkheid en discipline met een zuidelijk verhaal over solidariteit en lotsverbondenheid. Voor beide viel iets te zeggen; dat leidde tot akkoorden over „voorwaardelijke steun”: meer solidariteit én meer discipline. In de coronacrisis legt het disciplineverhaal het echter retorisch af tegen een solidariteitsvertelling. Het menselijk leed is te groot, het eigen-schuldargument onbruikbaar. Deze retorische zwakte vertaalt zich, voor het Noorden, in strategische zwakte.

Ten derde beweegt het Duitse debat. In de monetaire orthodoxie die de euro ooit naar Duitse snit vormgaf – een bastion bewaakt door de Bundesbank en het Karlsruher Hof – komen bressen. Een nieuwe generatie deels in de VS en het VK geschoolde economen zweert niet enkel bij moral hazard en bekleedt nu posities in ambtenarij of journalistiek. Zo stuit Merkels plan op minder vakmatige weerstand dan je tien jaar geleden zou hebben gehoord.

Tot nu toe speelden premier Rutte (VVD) en minister Hoekstra (Financiën, CDA) het keihard, ook om niet in het zicht van verkiezingen door de ander te worden afgetroefd. Toch is de Tweede Kamer niet het enige publiek. Heel Europa kijkt mee; de markten zien ons, aldus een FT-analyse, als „hét land om in de gaten te houden”. Den Haag ontkomt er niet aan om mee te bewegen.