Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Mediadynamiek houdt EU-lijsttrekkers scherp

NRC Handelsblad
April 5th, 2019

Nog 50 dagen tot de Europese verkiezingen. Lijsttrekkers van Europese koepelpartijen trekken door de Unie. Nu zijn het nog de zaaltjes, partijcongressen en werkbezoeken met lokale politici, binnenkort twee grote tv-debatten.

Bij de Europese sociaal-democraten wordt ‘onze’ Frans Timmermans door regeringsleiders in Spanje, Portugal en Zweden op podia gehesen, terwijl zijn christen-democratische rivaal Manfred Weber – in peilingen ligt zijn partij ruim op kop – weinig indruk maakt. De Groenen brengen het duo Ska Keller en Bas Eickhout in stelling, de Conservatieven de Tsjech Jan Zahradil en de Liberalen een zevenkoppig team met de Deense eurocommissaris Margrethe Vestager en Belgisch oudgediende Guy Verhofstadt.

Zal een van hen Jean-Claude Juncker opvolgen als voorzitter van de Commissie? En wie bepaalt dat? Na 26 mei zullen de Europese Raad van regeringsleiders en het Europees Parlement het uitvechten. Het verdrag dwingt beide instellingen tot samenspel: de regeringsleiders doen een ‘voorstel’, het Parlement ‘kiest’ de kandidaat. Juridische evenwichtskunst. In de praktijk kan dit twee kanten opgaan: of de leiders drukken hun kandidaat door (zoals ze vaker doen) of het Parlement zegt: ieder ander dan déze naam stemmen we af; wij aanvaarden alleen een echte Spitzenkandidat die campagne voerde. Zo zette het Parlement in 2014 de leiders voor het blok en werd Juncker tegen hun zin Commissievoorzitter.

De uitkomst hangt dus mede op de politieke feiten die de campagne zelf schept. Hoe hoog is de opkomst? Wie wint? Wie valt door de mand? Leeft de pan-Europese arena? (In 2014 bleef de impact van de Spitzenkandidaten beperkt tot Duitsland, Oostenrijk en Luxemburg, waar de kiezers Duitstalige tv-duels tussen de kopmannen zagen, maar dat kan nu anders zijn.)

In de strijd om de benoeming staat het Parlement verrassend sterk. Dat komt omdat het – los van de inhoud – de publieke ruimte aan zijn kant heeft. De pers wil verhalen: ze beloont wie zich blootstelt aan de openbaarheid en straft de vlucht in de achterkamers af.

Dit bleek in 2014: Merkel had haar partijgenoot Juncker gesteund maar wilde hem na zijn winst liever dumpen. Prompt kwam de Duitse publieke opinie in opstand, van tabloid Bild Zeitung tot filosoof Jürgen Habermas: dat kon ze niet maken! Mensen hadden gestemd, Europa was toch geen bananenrepubliek! De bondskanselier haalde bakzeil.

Ditmaal brengen twee tv-debatten zulke dynamiek. Het Europees Parlement organiseert er een op 15 mei, in beginsel enkel voor officiële Spitzenkandidaten. Dit zette de Liberalen buitenspel; als kleinere partij binden zij zich liever niet aan de afspraak ‘winnende partij levert Commissiechef’ (vandaar hun zevenkoppig leiderschap). Maar om de tv-aandacht niet mis te lopen, meldt Vestager zich nu toch namens hen in de studio. Zo dwingt de mediadynamiek weifelaars mee te doen.

Het andere grote tv-debat, in Maastricht op 29 april, doorgestraald naar 40 Europese universiteiten, brengt Weber in verlegenheid. Zijn late afzegging bezorgde hem de hoon van rivalen en een pittige brief van de organisatie: we zullen de kiezers aan uw afwezigheid herinneren.

Als de Britten, vanwege langer uitstel, toch met de verkiezingen meedoen, verandert de aard van de campagne en winnen de eurosceptici extra zetels. Maar ook de verhoudingen in het centrum zullen verschuiven. Britse deelname levert de christen-democraten geen stem op, terwijl de socialisten zo’n 25 Labour-zetels winnen. Dat zou het gat tussen Weber en achtervolger Timmermans een stuk kleiner maken – en de keuzemarge voor regeringsleiders van de weeromstuit groter.