Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Macron brengt Europa strategisch besef bij

NRC Handelsblad
February 14th, 2020

‘Kijk hoe snel de wereld verandert”, zegt de Franse president Macron tegen het ene na het andere gehoor, „wij moeten ons als Europa beter beschermen om te overleven.” Zo ook vorige week in een rede over defensie aan de École Militaire in Parijs, die ook Den Haag mag lezen. Zeker, de strategische breuk die Macron schetst is in hoofdlijnen bekend: Amerikaans-Chinese rivaliteit; instabiliteit aan Europa’s grenzen; een „verkruimelende” internationale rechtsorde; strijd in en om cyber, technologie en grondstoffen; plus een verwaterende grens tussen gezonde competitie en gewapend conflict.

Maar het is meer dan analyse. Macron wil handelen, neemt initiatieven, dwingt partners te reageren. Als president is hij – net als Trump – tevens chef van de strijdkrachten. Bovendien is Frankrijk na het Britse vertrek de enige kernmacht in de EU. Dat geeft gewicht aan zijn oproep aan Europese partners tot een „strategische dialoog” over het Franse kernwapen in de Europese veiligheidsarchitectuur.

Macron betoont zich een realist. Het kernwapen blijft een pilaar van Frankrijks soevereiniteit; ook een rechtsstatelijke democratie moet zichzelf kunnen verdedigen. Vernieuwend is zijn nadruk op de „Europese dimensie” van ’s lands vitale belangen. Zonder veilig Europa geen veilig Frankrijk. Toch blijft hij ook in dat opzicht realist. „Voor lange tijd zal Europa op defensiegebied zijn kracht ontlenen aan nationale legers, dat staat vast”, zei hij. Dit is een snier naar Duitsland, waar grote politieke partijen in hun programma’s telkens weer een ‘Europees leger’ bepleiten, terwijl de eigen Bundeswehr nauwelijks operationeel is. Geen luchtfietserij over EU-tanks, vindt Parijs, maar ieders militair materieel op peil houden en zo goed mogelijk bundelen; dat maakt de Unie sterk.

Dit alles staat of valt met een gedeeld strategisch besef, zo erkent ook Macron. Je moet ruwweg voor dezelfde belangen en waarden strijden, anders word je uit elkaar gespeeld door de grootmachten. Juist op dat vlak valt veel te doen, blijkt uit fascinerend recent onderzoek. De overgrote meerderheid van Europeanen wil niet worden meegesleept in een gewapend conflict tussen de VS en China: geef mij maar neutraliteit, zegt 86 procent van de Oostenrijkers, 73 procent van de Duitsers en 64 procent van de Fransen, aldus het rapport van de komende veiligheidsconferentie in München. Dezelfde voorkeur bestaat in geval van een conflict tussen de VS en Rusland; slechts 12 procent van de Duitsers, 18 procent van de Fransen en 33 procent van de Polen wil dat hun land aan VS-zijde meevecht.

De onderlinge verschillen – en zwakke solidariteit – komen ook scherp in beeld in onderzoek door het Amerikaanse Pew. Een Russische aanval op een NAVO-bondgenoot is in beginsel reden Artikel 5 in te roepen („een aanval op één, is een aanval op allen”). Toch vindt 66 procent van de Italianen dat een bondgenoot niet met geweld hoeft te worden gesteund; idem 60 procent van de Duitsers en 53 procent van de Fransen. Slechts in vijf onderzochte landen wil een meerderheid na een Russische aanval wel geweld gebruiken: de VS, het VK, Canada, Litouwen… en Nederland. De MH17-zaak heeft kennelijk sporen nagelaten.

Zulke cijfers zullen ook Macron tot denken aanzetten. Heropening van de dialoog met Rusland is een kernstuk van zijn denken over NAVO en Europese veiligheid. Zonder naïef over Poetin te zijn, stoort het hem dat er vandaag minder communicatiekanalen met Moskou zijn dan tijdens de Koude Oorlog, ondanks evident gedeelde belangen bij stabiliteit op en om het Europese continent. Dit weekeinde mag de Franse president het strategische gesprek in München voortzetten, met een nieuwe toespraak.