Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Juist in noodtoestand is er behoefte aan tegendenken

NRC Handelsblad
April 28th, 2021

Eén ziekenhuis in Frankrijk geeft nog steeds hydroxychloroquine aan Covid-19-patiënten. Zoals het dorpje van Asterix en Obelix aan de westrand van Gallië moedig stand hield tegen de Romeinse troepen van Julius Caesar, zo ligt ook dit bastion van medische tegendraadsheid ver van de centrale Parijse machten: in de oude havenstad Marseille, aan de zuidkust. De druïde-look van ziekenhuisdirecteur Didier Raoult – sliertige grijze haren, grijze baard, spottende blik – maakt het stripbeeld compleet. Sinds het begin van de pandemie is deze dokter uitgegroeid tot Franse en internationale beroemdheid, verguisd door vakbroeders en aanbeden door een deel van het Franse publiek. Een fenomeen.

Dokter Raoults zegetocht dateert van maart 2020 toen zijn ‘Institut Hospitalo-Universitaire Méditerrannée Infection’ een studie uitbracht waarin antimalariamiddel hydroxychloroquine bij eigen patiënten het virus terugdrong. De uitkomst was in lijn met enkele Chinese studies, maar daaraan werd in Europa en de VS getwijfeld – zeker na Beijings leugens, kort ervoor, over de virusuitbraak in Wuhan. Bovendien was de nood op dat moment zo hoog, ook in Nederlandse ziekenhuizen, dat iedereen dolgraag wilde dat iets werkte. Dus waarom niet een malariapil waarvan de bijwerkingen al bekend waren?

Argos reconstrueerde deze week de hype rond chloroquine in een uitzending waarin ook Raoult voorbijkwam. „Had u niet op betrouwbare testresultaten moeten wachten?”, vroegen de tv-makers aan Nederlandse artsen. Het droge antwoord: „Als de mensen niet aan Covid doodgingen, hadden we erop kunnen wachten.” Van de 69 benaderde Nederlandse ziekenhuizen zeiden 39 chloroquine of hydroxychloroquine te hebben gebruikt en 5 niet.

Toen medio april 2020 bleek dat de middelen weinig aan ontstekings- of virusremming deden, zetten de ziekenhuizen het gebruik stop. President Trump beval het middel nog in mei aan („Ik neem het zelf ook”); in Nederland werd het tot in de zomer aan tv-stamtafels en in de Tweede Kamer geprezen.

Inmiddels erkent ook Raoults instituut dat chloroquine slechts beperkt effect heeft, maar de dokter zelf blijft onverminderd populair. In zijn faam draait het dus om méér dan hoop en teleurstelling over een wondermiddel.

Hij werpt zich in de eerste plaats op als underdog in een strijd tegen de farmaceutische industrie. Steeds hint hij op belangenverstrengeling tussen wetenschappelijke tijdschriften en grootkapitaal, waarnaar de media met meer argwaan moeten kijken. Het zit Raoult hoog dat het Amerikaanse bedrijf Gilead 900 miljoen binnenhaalde met remdesivir, terwijl dat middel volgens WHO-onderzoek even weinig werkzaam is tegen Covid als chloroquine.

Ten tweede relativeert Raoult de ernst van de pandemie en het nut van lockdowns. Dat maakt hem populair bij caféhouders, taxichauffeurs en andere versoepelaars. In een lang tv-interview ter gelegenheid van de honderdduizendste coronadode in Frankrijk, eerder deze maand, vond hij het als wetenschapper onzin om Covid de grootste plaag sinds de Spaanse griep te noemen, zoals Le Monde deed. De situaties zijn onvergelijkbaar; in 1919 stierven de jongeren massaal en waren er nauwelijks 85-plussers. Deze klinische blik gaat bij Raoult gepaard met de artsentrots elke patiënt te behandelen, ook de oudsten en zwaksten.

Het fenomeen-Raoult gaat verder dan Frankrijk. Het toont hoe alle Europese samenlevingen in de pandemie worstelen met democratische en wetenschappelijke tegenspraak. In de medische noodtoestand blijven te weinig tegengeluiden over. Althans, weinig tegengeluiden met politiek en/of medisch gezag. Je moet wel een stronteigenwijze en onafhankelijke arts zijn, niet bang voor reputatie of carrière, om dwarse kanttekeningen te blijven maken. Complottheorieën, waar Raoult tegenaan schurkt, zijn er te over; in de consensusdwang zien die juist verder bewijs dat ‘we’ voor de gek worden gehouden.

Het is een politicologische vuistregel: indien een stelsel geen ruimte laat voor legitieme oppositie, voor de mogelijkheid het beleid te vervangen, zul je een groei zien van ‘systeemoppositie’, van verzet tegen het stelsel als zodanig. Wie alle tegenstemmen dempt, zet de samenleving onder hoge druk – zeker wanneer het zo lang duurt.

We weten veel meer over SARS-CoV-2 dan begin 2020. Tegelijk weten we heel veel nog niet. Hoe zal het met de mutanten gaan? Hoe lang werken de vaccins? Hoe vallen winst en verlies van de lockdowns uit, medisch, economisch, maatschappelijk? Maken we wel de goede keuzes over inperking van vrijheden? Het ziet ernaar uit dat deze debatten nog wel een tijdje bij ons zullen zijn. Hoog tijd om ruimte te scheppen voor legitieme oppositie.