Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Hoe weet je of je op Angela of Viktor stemt?

NRC Handelsblad
September 7th, 2018

Richting de Europese verkiezingen van mei 2019 ontbrandt de strijd tussen kandidaten, landelijk en Europees, over wie naar Straatsburg gaat of een gooi naar het voorzitterschap van de Commissie mag doen. Het geeft opwinding over poppetjes: steunt Merkel CSU-man Weber of toch minister Altmaier? Hengelen de drie liberale Beneluxpremiers de partij van Macron aan boord?

In dit tumult verdwijnen inhoudelijke vragen snel uit beeld. Dat helpt de kiezer niet. Politieke partijen zijn niet alleen rekruteringsmachines voor leidinggevend personeel, ze dienen er ook toe om keuzes leesbaar te maken. Zeker op het Europese toneel, vol onbekende gezichten, is die leesbaarheid vitaal. Hoe weten we anders op wie we moeten stemmen, en waarom?

Het klemt te meer omdat het Straatsburgse partijlandschap – waar christen-democraten, sociaal-democraten en liberalen domineren – de beslissende scheidslijnen in de EU in tijden van Trump, Poetin en migratiedruk niet weergeeft. Dé grote kwestie, grenzen open of grenzen dicht, doorklieft de traditionele ‘partijfamilies’, die manmoedig de gelederen gesloten proberen te houden.

Prangend voorbeeld is de conservatieve Europese Volkspartij (EVP). Zowel Merkels CDU als Orbans Fidesz zitten erin; de tegenpolen uit het vluchtelingendrama van 2015. Dat was de grootste schok waarmee de EU sinds de vorige Europese verkiezingen (mei 2014) te kampen had, de strijd over de aanpak sleept nog aan, dus wil de kiezer in Nederland weten of een stem op het CDA een stem is op Angela of op Viktor. Anders wordt het onleesbaar.

Met zijn analyse van een verkalkt partijstelsel blies Emmanuel Macron in 2017 in Frankrijk beide regeringspartijen op en velde vervolgens Marine Le Pen. Dat zou hij graag op de Europese bühne herhalen met populisten à la Orban en Salvini. „Luke Skywalker tegen de Dark Vaders van de identiteitspolitiek”, schreef Libération. Aanvankelijk zocht Macron een breekijzer in institutionele vernieuwing; hij bepleitte pan-Europese kiesdistricten, waar de lijsttrekkers van de grote partijfamilies met elkaar in de slag zouden gaan. Dat zou de keuzes blootleggen. Het Europees Parlement stemde het af. Gefrustreerd zoekt hij sindsdien naar andere manieren om het Europese partijlandschap te herschikken.

Ook Viktor Orban, de andere sterke man in de Unie, flirt met ontregeling. Onbevreesd voor uitsluiting uit de EVP (zoals het CDA wilde) ging hij in de tegenaanval. In een krasse zomerrede ter ere van partij-icoon Helmut Kohl dreigde de Hongaar met oprichting van een rivaal: een pan-Europees forum van christelijke anti-immigratiepartijen. Zo trapte hij op een zenuw; het zou bijvoorbeeld de Beierse CSU, die naar rechts wil uit angst voor concurrentie van de AfD, voor een dilemma plaatsen. Maar voorlopig, zei Orban grootmoedig, wilde hij proberen de christen-democratie van binnenuit op het rechte pad te brengen, dat van kruisvaarders die het Avondland beschermen. De strijd om de ziel van de Europese christen-democratie is nog niet beslecht.

In de EVP prevaleert voorlopig machtsinstinct boven ideologische klaarheid. De kandidatuur van Manfred Weber (CSU) als Europees lijsttrekker, kennelijk gesteund door zowel Merkel als Orban, past daarbij. Eerder dit jaar bleek zelfs dat de Brusselse partijtop graag de Poolse ultranationalistische regeringspartij van Kaczynski zou binnenhalen. Zetels tellen boven alles. Helmut Kohl, een kei in het aan zijn kar binden van nieuwe Oost-Europese partijtjes, zei het al: „Wij hebben Europa niet verenigd om het aan de socialisten uit te leveren.” Maar ook onleesbaarheid heeft een prijs.