Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Een staat die geen grenzen stelt, voedt corona-agressie

NRC Handelsblad
October 21st, 2020

Licht verbaasd bespreken we de beroerde prestaties van Nederland in de tweede golf van de pandemie. Weer in de verkeerde kopgroep. Tegelijk maken we ons grote zorgen over corona-agressie en nieuw geweld in de openbare ruimte. Maar beide verschijnselen hangen nauw samen. De Nederlandse overheid moet dringend haar bestaansgrond herontdekken: de zwaardmacht.

Nu we het maatschappelijk geweld onder de oppervlakte voelen broeien en borrelen, nu een door complotten en waanideeën verhitte agressie opwelt en door de deklaag van de beschaving heenbreekt, moeten we terug naar de basis. De binnenlandse vrede is geen gegeven.

We hebben een Staat – met hoofdletter wat mij betreft – opdat wij elkaar niet de kop inslaan. Enkel het staatsgezag, zo besefte de zeventiende-eeuwer Thomas Hobbes in Leviathan, kon de natuurstrijd van allen tegen allen beëindigen. Die zag hij terug in de bloedige godsdienstoorlogen van zijn tijd. Hobbes’ absolute staatsmacht is nadien steeds liberaler en democratischer ingevuld, in een sociaal contract met vrijheden en inspraak. Maar de bodem ligt er nog: het geweldsmonopolie. Als de overheid dat verliest en de zwaardmacht verzaakt, komen ontwrichtende krachten los.

Zie daar het debat van de afgelopen twee weken over intimidatie in de openbare sfeer. Duwen, slaan en bespugen van zorgpersoneel, buschauffeurs en handhavers. Intimidatie van ministers en Kamerleden. Agressie tegen NOS-journalisten en -technici. Nieuwsuur sprak van „nog kortere lontjes door corona” en meldde dat het geweld tegen werknemers in ons land al in 2017 zowat dubbel zo hoog was als het EU-gemiddelde.

Al te gretig wordt ‘de volksaard’ van stal gehaald, want de Nederlander „is nu eenmaal…” – vul in: assertief, brutaal, eigenwijs, narcistisch, onbeschaamd, verwend. Maar etnografische excuses helpen ons niet verder, evenmin als cultuurpessimistische tirades. Beter is de schijnwerpers te richten op de andere kant: op de Staat, de politiek, de handhaving. Bij onhandelbare kinderen kijk je ook eerst naar de slecht opvoedende ouders.

Wat opvalt: grenzen stellen beschouwen Nederlandse gezagsdragers niet als hun core business. De liberale premier vraagt ons al tien jaar „eigen verantwoordelijkheid”. Ook in de coronaramp had hij meer op met het „dringende advies” dan met de bevelende wijs. De burgemeester van Amsterdam zei bij aanvang dat ze de coronamaatregelen „met gezonde tegenzin” zou handhaven. „Ik heb het verkeerd ingeschat”, zei de minister van Justitie na zijn deplorabele misstap deze zomer. Zulke nonchalance wordt onverantwoord.

Ook na zeven maanden onderschat het kabinet nog steeds de lijfelijke angst en emotie die de pandemie oproept. Mensen voelen zich geraakt, fysiek bedreigd, door de ziekte. Omgekeerd is aan de zijde van de viruswaanzinnigen niet voor niets het mondkapje de steen des aanstoots; die noodzakelijke maar wel heel lichamelijke, tastbare vrijheidsperking. Juist in deze lichamelijke strijd ontbranden de lontjes zo snel en is sterk en eenduidig staatsgezag dringende noodzaak.

Fijn dat de liberale Nederlandse overheid knuppel en massaspionage jegens eigen burgers schuwt. Je kunt ook niet achter tien miljoen voordeuren kijken. Dus moet vooral de zelfdiscipline ons in het gareel brengen – de eigen verantwoordelijkheid. Maar dat lukt alleen onder twee voorwaarden.

Ten eerste moet een schaduw van handhaving en discipline boven het spel blijven hangen, de kans op straf. Ten tweede moeten de zichtbare gezagsdragers zelf van onbesproken gedrag zijn. Beide hangen samen: hoe genadiger je wilt handhaven, hoe belangrijker de symbolische voorbeeldfunctie.

Angela Merkel en Mark Rutte ontlenen hun duurzame democratische succes deels aan hun saaie levens zonder gedonder met geld of seks. Jammer voor de roddelpers, goed voor het landsbestuur.

Hier ging het in de pandemie faliekant mis met de Nederlandse chef-handhaver Grapperhaus. Alle gezag verloren. „Een Chinese minister was verbannen of gevangen gezet”, reageerde een Chinees contact van oud-NRC-correspondent Oscar Garschagen op de episode – hij schreef dat in de Provinciale Zeeuwse Courant. Om na een grijnzend emoticon vast te stellen: „Dan nemen jullie leiders hun verantwoordelijkheid dus niet om het volk te beschermen tegen het virus en tegen zichzelf, ze verzaken hun plicht als vaders van het volk.”

In tegenstelling tot de Chinezen kiezen wij onze leiders zelf. Dat gaan we in maart 2021 weer doen. Ik wens ons een stevig debat toe over de herovering van de publieke ruimte, en een nieuw sociaal contract.