Luuk van Middelaar is a political theorist and historian. The author of the prizewinning The Passage to Europe (2013), he recently published Le Réveil géopolitique de l’Europe (2022), Pandemonium (2021) and Alarums and Excursions (2019), groundbreaking accounts of the Union’s crisis politics.

Biden, Poetin en de geest van Genève

NRC Handelsblad
June 16th, 2021

Enkele maanden terug hoorde ik de Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz in een podcast zeggen dat Wenen „uiteraard” beschikbaar was als locatie voor een Amerikaans-Russische top. Aha, kennelijk vonden discrete lobby’s plaats tussen statelijke aanbieders van neutrale grond. Als klein land maak je er goede sier mee en bewijs je de machtigen een dienst.

Finland, vaak het toneel voor zulke toppen, viel ditmaal af. Zeker, het is militair neutraal want geen NAVO-lid, maar net als Oostenrijk en Zweden hoort het tot de EU, een steeds politieker verbond waarvan de verhouding met Rusland danig bekoeld is. Bovendien bewaren de Verenigde Staten slechte herinneringen aan Helsinki, sinds president Trump er in 2018, staand naast Poetin, publiekelijk zijn veiligheidsdiensten afviel. Voor een handdruk op Europese bodem resteerde Zwitserland.

Zodoende hebben de Amerikaanse en Russische president woensdag hun eerste treffen in Genève, aan de voet van de Mont Blanc. Een passend oord voor de leiders van ’s werelds beide nucleaire supermachten.

De bijzondere internationale roep van Genève gaat terug tot de Volkenbond uit 1919. De Bond was dé verrassing in de vredesordening na de Eerste Wereldoorlog. Nabij Parijs sloten de overwinnaars verdragen met de verliezers, waaronder het Versailles-verdrag met Duitsland. Ze regelden de vredesvoorwaarden en hertekenden de kaart van Europa. Op aandringen van Amerika’s president Woodrow Wilson kwam er ook een organisatie om de vrede te handhaven, de Volkenbond. Dat was nieuw.

Waarom werd de organisatie in Genève gevestigd? De keuze ging tussen twee landen die in de Eerste Wereldoorlog neutraal bleven: Nederland en Zwitserland. Den Haag kon zich op de Vredescongressen rond 1900 beroepen, maar Nederland had één nadeel: het was een monarchie. En president Wilson wilde een gemenebest van vrije naties niet laten vergaderen „aan de voet van een troon”. Dus werd het Zwitserland; het Franstalige Genève versloeg rivaal Bern. Als gelovig protestant had Wilson extra sympathie voor de stad als standplaats van hervormer Calvijn. Ook Verlichtingsfilosoof Rousseau, auteur van een pleidooi voor „eeuwige vrede” (1761), en Henry Dunant, oprichter van het Rode Kruis (1863), deden hun stad eer aan.

In haar krachtige boek Conquering Peace: From the Enlightenment to the European Union (2021) breekt historica Stella Ghervas – aan wie ik bovenstaande ontleen – een lans voor de Volkenbond. Zij plaatst de verguisde voorloper van de Verenigde Naties in een meeslepend en omvattend verhaal van vijf grote vredesordeningen op ons continent. Telkens putte Europa uit de chaos na gestrande imperiale machtszucht de diplomatieke en intellectuele energie voor een nieuw begin.

Het gebeurde na koning Lodewijk XIV in de vrede van Utrecht (1713), na keizer Napoleon op het Congres van Wenen (1814-1815) en ook na de Duitse nederlagen van keizer Wilhelm (1918) en de nazi’s (1945). De vijfde en laatste akte betreft de val van het Sovjetrijk, die vanaf 1989 uitmondde in een zich vernieuwende en oostwaarts uitbreidende Europese Unie.

Telkens waren de verwachtingen hoog gespannen. In 1919 wilde Wilson – als verre voorloper van Joe Biden – de wereld „veilig voor de democratie” maken. Na 1945 hoopten sommigen dat Europese integratie een pad naar wereldvrede zou banen, terwijl in 1989 van het ‘einde van de geschiedenis’ sprake was. Telkens loopt het anders, maar elke ervaring gaat mee naar de volgende ronde.

Geen van deze vredesmechanieken lijdt qua reputatie zo zwaar onder de slechte afloop als de Geneefse Volkenbond. Ten onrechte, meent Ghervas. Zeker, de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog werd niet verhinderd. Maar kon je dat verwachten? De Grote Oorlog had het continent staatkundig, economisch en sociaal uit het lood geslagen; de vredesverdragen hadden geen nieuw evenwicht gebracht. „De Volkenbond kan weinig meer doen om vrede te garanderen dan een dokter om genezing te garanderen”, schreef een tijdgenoot, „maar is dat een reden om van een dokter af te zien?”

Als het niet lukt een oorlog te verhinderen, kun je wel de ergste gevolgen temperen. Daar ligt een blijvend belang van de Volkenbond. In 1925 tekende men in Genève een verbod op biologische en chemische wapens, het eerste van de soort. Tijdens WO II schond geen van de strijdende partijen dit op het slagveld.

Het is bij deze ‘geest van Genève’ dat Joe Biden en Vladimir Poetin moeten aanknopen. Praktische afspraken van wederzijdse zelfbeperking, in het algemeen belang – ook opdat wij zo lang mogelijk kunnen verwijlen in de vijfde grote Europese vrede, het historische geluk van onze generatie.