Beter nu de Hongaar te bruuskeren
September 14th, 2018
De christen-democraten in het Europees Parlement laten hun Hongaarse partijgenoot Viktor Orbán vallen. Eindelijk trekken ze een grens. Het bracht deze week een grotere verrassing dan de tienduizend extra grenswachten die Commissievoorzitter Juncker er enkele uren tevoren lanceerde in zijn ‘Staat van de Unie’.
De ‘Artikel 7-procedure’ tegen Hongarije, aangedreven door GroenLinks-parlementariër Judith Sargentini, haalde de vereiste tweederde meerderheid dankzij steun van Duitse, Oostenrijkse, Nederlandse, Belgische en andere christendemocraten uit de Europese Volkspartij (EVP). Zo komt Orbán in de beklaagdenbank wegens aantasting van de rechtsstaat en democratische vrijheden in zijn land. Wat betekent de ommezwaai van Merkel, Buma en de anderen?
Lang koos de christen-democratische familie de aanpak ‘grote tent’ en ‘dialoog’. Zo bleven ze de grootste. Het is tekenend dat de Beierse CSU-voorman Manfred Weber zich vorige week kandidaat kon stellen als lijsttrekker voor de Europese verkiezingen van mei 2019, met steun van Angela Merkel én Orbán.
In de splijtende debatten over migratie zijn Merkel en Orbán tegenpolen; beide koppen op één affiche maakt een campagne ongeloofwaardig, zoals de Franse president Macron er prompt inwreef. Wellicht heeft de EVP-top zijn knopen geteld. Voor West-Europese kiezers in het midden werd Orbán hun achilleshiel, dus beter nu de Hongaar bruuskeren dan met die open flank de verkiezingen in.
Hopelijk heeft het bannen van Orbán ook een fermere, inhoudelijke grond. Allicht erkent voorvrouw Merkel dat de christen-democratie zekere grenzen in het oog moet houden, omdat ze anders zichzelf verliest. Allereerst van de democratie. Rechtsstaat, persvrijheid, vrijheid van vereniging en academische vrijheid zijn in Hongarije in het geding. Hiertegen mag zwaar geschut worden gebruikt.
De moeilijkheid met Orbán is echter dat deze formele kritiek – dat hij ‘de democratie’ schoffeert – overloopt in inhoudelijke kritiek, op standpunten over islam en vluchtelingen. Voor het tweede is meer aandacht, maar het eerste is erger. Zelf buit hij die verwarring uit. Het Hongaarse verweer na de resolutie luidde niet: ‘Wij respecteren de democratie wel’, maar ‘Dit is een wraakactie wegens onze standpunten over migratie en asiel’.
Die standpunten hebben onder West-Europese kiezers veel sympathie; zo verzwakt Orbán het tegenfront. Tekenend: in de EVP stemden onder meer de Beierse CSU (minus fractieleider Weber) en de Franse Republikeinen tégen de ‘strafresolutie’. Toch moet debat erover mogelijk blijven. Als de democratie naar vorm eenmaal is gewaarborgd, is het aan de christen-democraten onderling te bepalen wat ze christelijk vinden, en of dat allemaal in één partij past. Ergens tussen bijbelse barmhartigheid naar kruistocht tegen de islam moet een inhoudelijke grens lopen, zou je denken.
In heel Europa worstelt het burgerlijk midden van christendemocraten, conservatieven en liberalen met het afgrenzen van de rechterflank. Dat proces is al langer gaande – denk voor Nederland aan het moment dat Wilders uit de VVD stapte –, maar sinds de migratiecrisis van 2015 en de bedwelmende werking van Trump heerst hier en daar paniek. Ongemerkt glijdt het discours naar extreem-rechts. De wand tussen Baudets ‘homeopathische verdunning’ en Bloks ‘onmogelijke multiculturalisme’ is poreus, zoals de bezorgde rechtse publicist Joshua Livestro recent in NRC schreef. Goed dat het verzengende licht van de Europese openbaarheid in Straatsburg deze week hypocriete halfhartigheid afstrafte en tot inhoudelijke markering dwong.